E&A en Corona


E&A en het Coronavirus

“Het werk gaat door, maar wij gaan tijdelijk zoveel mogelijk online.”

E&A blijft haar werk doen. Maar we beperken persoonlijk contact met klanten en flexwerkers en we werken vanuit huis waar het kan. We communiceren via telefoon, WhatsApp of e-mail. Opkomstcontroles voeren we telefonisch uit daar waar het (in overleg met de klant) mogelijk is.


Aanwezigheid op vestiging

Op iedere vestiging zijn tenminste 2 personen aanwezig. De deuren van deze vestigingen worden wel gesloten. Bij de ingang maken we duidelijk dat men nog steeds van harte welkom is bij E&A maar dat de communicatie via telefoon of app moet plaatsvinden. Ook op inhouse locaties is er zo min mogelijk persoonlijk contact.


Instructies aan onze uitzendkrachten

Onze flexwerkers wijzen we erop zich te houden aan de voorschriften:

 – regelmatig handen wassen met zeep en afdrogen met een papieren handdoek

  geen handen schudden

  niezen of hoesten in de ellenboog

  papieren zakdoeken gebruiken

Bij milde gezondheidsklachten (niezen, keelpijn, loopneus, licht hoesten en verhoging tot 38 graden) en/of symptomen die wijzen op een eventuele besmetting, dient de uitzendkracht  thuis te blijven en telefonisch contact op te nemen met de contactpersoon bij E&A. Bij verergering van klachten, moet contact worden opgenomen met de huisarts.


Deze regels staan in de ABU CAO ten aanzien van de inzet van flexwerkers.

Mijn bedrijf wordt gesloten, waardoor uitzendkrachten niet kunnen werken

Voor uitzendovereenkomsten waarbij de loondoorbetalingsverplichting is uitgesloten geldt:

Voor fase A in principe: ‘geen werk, geen loon’ (zie artikel 22 lid 1 t/m 4 van de ABU-CAO). Het is hierbij wel van belang dat de uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting schriftelijk in de uitzendovereenkomst is opgenomen. Als er geen werk is, hoef je geen loon door te betalen. Wel heb je hier te maken met de verplichtingen bij een oproepovereenkomst, zie *.

Voor fase B: je kan de uitsluiting van de loondoorbetalingverplichting alleen toepassen als er géén of maximaal 26 weken gebruik is gemaakt van fase A (artikel 22 lid 6 ABU-CAO). Dan moet dit wel zijn opgenomen in de uitzendovereenkomst. Ook hier heb je te maken met de verplichtingen bij een oproepovereenkomst, zie *.

*) Let op! Sinds 1 januari 2020 heb je te maken met de regels voor oproepovereenkomsten vanuit de WAB. Als de uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, dan wordt dit gezien als een oproepovereenkomst. Voor de oproepovereenkomst gelden een aantal specifieke regels. Eén van deze regels is dat de werkgever (het uitzendbureau) een oproep minimaal 4 kalenderdagen van te voren moet intrekken of wijzigen. Doe je dit later (binnen 4 dagen), dan moet het loon worden doorbetaald, ook als je de loondoorbetalingsverplichting hebt uitgesloten.

Meer informatie over de regels bij een oproepovereenkomst:
Voor uitzendovereenkomsten waarbij de loondoorbetalingsverplichting niet is uitgesloten:
Hierbij geldt loondoorbetaling van de afgesproken contracturen. Als er niet gewerkt kan worden omdat het bedrijf is gesloten, dan ligt dit in de risicosfeer van de werkgever en zal het loon moeten worden doorbetaald. Wel kun je vervangende passende arbeid bieden, zie hiervoor artikel 23 en 24 van de ABU-CAO.

Voor uitzendovereenkomsten fase A met uitzendbeding:
Als de opdrachtgever de opdracht daadwerkelijk beëindigt, dan eindigt daarmee de uitzendovereenkomst en is er geen loondoorbetalingsverplichting.


  • De uitzendkracht moet uit voorzorg in quarantaine en kan daardoor niet werken

Of iemand in quarantaine moet, wordt bepaald door de GGD of door de voorzitter van de veiligheidsregio. Als dit het geval is, dan ligt dit in de risicosfeer van de werkgever en zal in beginsel het loon moeten worden doorbetaald. Voor uitzendovereenkomsten waarbij de loondoorbetalingsverplichting is uitgesloten geldt ‘geen werk, geen loon’. Zie situatie 1.


  • De uitzendkracht wil niet komen werken uit angst voor het coronavirus

Het kan zijn dat uitzendkrachten niet op hun werk willen komen, omdat ze bang zijn door klanten of collega’s te worden besmet. Als er geen gegronde reden is voor deze angst, probeer deze angst dan weg te nemen.

Als uitzendkrachten desondanks niet op hun werk willen komen zonder dat je daarmee instemt, geldt dat als werkweigering. Je kunt dan de loonbetaling stopzetten, voor zover er een verplichting tot loondoorbetaling bestaat (zie situatie 1). Waarschuw de werknemer wel dat dit de consequentie is als hij niet op het werk verschijnt.

Bij de vraag of er een gegronde reden is om niet op het werk te willen verschijnen, moet rekening worden gehouden met de meeste actuele informatie die onder andere vanuit de Rijksoverheid, RIVM en GGD wordt verstrekt.


  • De uitzendkracht heeft het coronavirus en kan daardoor niet werken

In dit geval gelden de gewone regels voor loonbetaling bij ziekte. Als de uitzendkracht ziek is, dan is artikel 25 van de ABU-CAO van toepassing. Voor de uitzendkracht met een overeenkomst in fase A met uitzendbeding geldt dat bij ziekte de opdracht, en daarmee de uitzendovereenkomst eindigt. De uitzendkracht is dan uit dienst en heeft recht op een ZW-uitkering. De uitzendonderneming moet de ZW uitkering aanvullen. Voor de uitzendkracht met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding geldt dat bij ziekte het loon voor de duur van de overeenkomst moet worden doorbetaald. Het 1e jaar 90%, het 2e jaar 80% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon.


  • De school of kinderopvang van de uitzendkracht is gesloten, dus de uitzendkracht komt niet werken omdat deze de kinderen moet opvangen

Als de school of de kinderopvang sluit en de uitzendkracht met spoed zijn kind(eren) moet ophalen, dan is er sprake van calamiteitenverlof. De uitzendkracht moet dit wel bij jullie melden. Calamiteitenverlof valt onder artikel 28 van de ABU-CAO. Voor fase A met uitzendbeding geldt hiervoor de reservering voor kort verzuim/buitengewoon verlof (voor zover opgebouwd). Voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding geldt dat het loon moet worden doorbetaald. Calamiteitenverlof geldt voor de duur van de calamiteit: dit is de tijd die nodig is om het kind van school of opvang te halen en eventueel de volgende dag als de uitzendkracht op zo’n korte termijn nog geen vervangende oppas kan vinden. Als de uitzendkracht geen oppas kan vinden, dan zal hij daarna (in overleg met de werkgever) vakantiedagen of onbetaald verlof moeten opnemen.

Voor werknemers in vitale beroepen (zorg, hulpdiensten) zijn de scholen en kinderopvang wel beschikbaar!


  • De uitzendkracht heeft een ziek familielid voor wie hij moet zorgen

Voor de noodzakelijke verzorging van onder andere een ziek kind, partner of ouder* geldt het kortdurend zorgverlof. Dit is geregeld in de Wet arbeid en zorg (Wazo) en geldt voor alle werknemers. Voor uitzendkrachten (fase A, B en C) is hierop geen uitzondering gemaakt.
De uitzendkracht heeft recht op minimaal 70% van het loon met als minimum het wettelijk minimumloon en als maximum het maximum dagloon.

De werknemer kan per jaar maximaal twee maal de arbeidsduur per week kortdurend zorgverlof opnemen. Als jullie uitzendkracht degene is die de zorg moet verlenen, dan heeft hij/zij recht op dit verlof. Meer informatie over zorgverlof kun je vinden op de website van de Rijksoverheid.

*) In artikel 5:1 van de Wazo staat beschreven voor wie het verlof kan worden opgenomen.


  • Wat zijn de vitale beroepen waarvoor geldt dat er kinderopvang/school beschikbaar is?

Vitale beroepen zijn volgens de Rijksoverheid “cruciale beroepsgroepen die de samenleving draaiende moeten houden” en vragen om een continue bezetting. Mensen die nodig zijn bij het beheersen van de uitbraak.

De regel hierbij is: Wanneer één ouder een cruciaal beroep heeft, moeten ouders zelf opvang regelen. Als dat niet lukt, dan komt er alsnog opvang. Dat beide ouders een vitaal beroep moeten hebben, is geen harde eis. “Er moet gewoon opvang zijn, zodat cruciale beroepen aan het werk kunnen blijven”, aldus minister Slob.

Tot de lijst met cruciale beroepsgroepen behoort ook iedereen werkzaam in de voedselketen. De voedselketen moet breed worden gezien. Deze bestaat uit supermarkten, de aanlevering van supermarkten, de verwerkende industrie en de transporten van deze industrie maar ook het ophalen van producten bij boeren, het aanleveren van bijvoorbeeld veevoer en andere producten bij boeren, de toegang van arbeiders voor de oogst

Wanneer één ouder een cruciaal beroep heeft, moeten ouders zelf opvang regelen. Als dat niet lukt, dan komt er alsnog opvang. Dat beide ouders een vitaal beroep moeten hebben, is geen harde eis. “Er moet gewoon opvang zijn, zodat cruciale beroepen aan het werk kunnen blijven”, aldus minister Slob.



E&A maakt gebruik van cookies

Cookies zijn kleine bestanden die met pagina’s van deze website worden meegestuurd en door uw browser op de harde schrijf van uw computer worden opgeslagen. Er zijn verschillende soorten cookies die gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Voor het plaatsen van cookies is soms wel en soms geen toestemming nodig. Als u niet akkoord gaat met onze cookie statement dan plaatsen wij alleen de functionele cookies. Als u meer wilt weten over de cookies die wij gebruiken, de gegevens die daarmee verzameld worden en over uw rechten op dit punt, lees dan ons cookie statement en privacy policy om meer te leren over onze cookies.