In maart van dit jaar bracht de Europese Commissie een voorstel uit voor herziening van de Detacheringsrichtlijn. Hiermee moet de concurrentie tussen arbeidsmigranten en werknemers uit eigen land eerlijker worden. Op 2 juni 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met deze wet. Gevolg is dat de Europese detacheringsregels zijn verbeterd en dat er een betere handhaving van de wet mogelijk is.
In de vernieuwde Wet arbeidsvoorwaarden is expliciet vastgelegd welke arbeidsvoorwaarden verplicht moeten worden nageleefd. Denk daarbij aan het uitbetalen van het minimumloon of cao-loon en welke bestanddelen hier wel en niet toe behoren. Zo zijn werkgevers met het aannemen van de nieuwe wet verplicht om bepaalde vergoedingen, zoals reiskosten en dubbele huisvesting, uit te betalen bovenop het minimumloon. Bovendien moeten arbeidsvoorwaarden, zoals die zijn vastgelegd in de cao, ook voor buitenlandse werknemers toegepast worden.
Voorheen was het, ondanks wetgeving over gelijk loon voor gelijk werk, nog steeds mogelijk om werknemers uit andere EU-landen goedkoper in te schakelen dan mensen uit eigen land. Hierdoor was alsnog sprake van oneerlijke concurrentie. Door expliciet op te nemen welke vergoedingen en toeslagen uitbetaald moeten worden aan gedetacheerden, is het voor werkgevers niet meer mogelijk om gebruik te maken van ‘mazen in de wet’. Daarnaast is de handhaving van de wet hiermee eenvoudiger geworden.
Naast de Wet arbeidsvoorwaarden is ook de Wet werk en zekerheid aangepast. Sinds 1 juli 2015 was het wettelijk verplicht om tussen twee contracten voor bepaalde tijd minimaal een periode van zes maanden te laten, de zogenaamde ketenregeling. Deze regeling trad in werking na drie contracten voor bepaalde tijd of na twee jaar. Als werkgevers deze periode niet in acht namen, werd het tijdelijke contract omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. Voor functies die vallen onder seizoenswerk is deze periode nu teruggebracht naar drie maanden. Onder seizoenswerk worden werkzaamheden verstaan die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden seizoensgebonden zijn. En daarom maximaal negen maanden per jaar worden verricht. Na onderbreking van drie maanden kan een werkgever opnieuw een contract voor bepaalde tijd aanbieden en begint de zogenaamde keten opnieuw.